“Men mag niet wennen aan de schrijnende verhalen van vluchtelingen”

In Roeselare zijn er momenteel 300 vluchtelingen, waarvan de helft in kader van het OCMW wordt begeleid binnen het kader van locaal opvang initiatief. De andere 150 verblijft bij vrienden, bij particulieren, of woont op eigen kracht in de stad. Maar Martens blijft zich engageren: zijn stad bereidt zich nu voor op 40 extra vluchtelingen. Even was er zelfs een denkpiste van 1 vluchteling op 100 inwoners, maar dat zou het totale aantal vluchtelingen op 600 brengen, wat momenteel niet haalbaar is:

Mensen schrikken daarvan, en meten dat ook een beetje aan hun eigen situatie. Heel wat mensen die vandaag kwetsbaar zijn, worden bang dat de woning waar zij al jaren op wachten dan aan een asielzoeker zal worden toegewezen.

Maar dat is niet de enige zorg van de inwoners:

Per definitie heeft de mens schrik voor het vreemde. Ze zijn dan ook bijzonder bang dat die spanningen bij ons geïmporteerd zouden worden. Mensen zijn daar dus onzeker over, en het is belangrijk dat we ze de kans geven om daar naartoe te groeien.

Hoe wordt zoiets dan concreet aangepakt? Volgens Martens is het heel belangrijk om de mensen constructief te betrekken in de samenleving. Zo hebben de vluchtelingen vaak vreselijke dingen meegemaakt: "Hoewel de stroom en media ons wel eens kan verdoven, is het noodzakelijk om gevoelig te blijven voor die schrijnende verhalen. We moeten daaraan blijven denken."

Verder is het belangrijk dat de orde niet verstoord wordt, zodat mensen die het nu al moeilijk hebben niet aan de kant worden geschoven. Zo is er een afzonderlijk circuit gemaakt voor vluchtelingen, waar wordt gezocht naar passende bewoning en begeleiding. Martens zet op die manier het bestaande circuit niet onder druk, en het wordt meteen ook acceptabel dat ook de asielzoekers worden geholpen.

Foto © Michiel1972