De Ochtend
“Onbelast bijklussen zal de zwarte markt alleen maar vergroten”
zo 15 jul. - 7:01
Wie tachtig procent werkt of gepensioneerd is, kan vanaf 15 juli onbelast bijverdienen door klusjes uit te voeren. Het enige wat de klussers moeten doen, is hun werk aangeven bij staat. Een regelrechte en oneerlijke concurrentie voor de kleine zelfstandige klusser, vindt secretaris-generaal van de bouwunie Jean-Pierre Waeytens. “Vooral kleine zelfstandige klussers als schilders, installateurs van centrale verwarming of uitvoerders van kleine metselwerken beschouwen de nieuwe wetgeving als broodroof”, zegt Waeytens.
Men doet alsof het enkel om lekkende kranen gaat
Volgens de nieuwe wetgeving mag je tot 500 euro per maand bijverdienen, dat komt neer op 6000 euro per jaar. “Voor een zelfstandige is dat een kost die te vergelijken valt met een bedrag dat kan oplopen tot 15.000 euro”, zegt Waeytens. Een groot probleem is volgens hem de omschrijving van de taken. “Men doet of het enkel om klusjes als een lekkende kraan of een doorlopend toilet gaat, maar het gaat ook om grotere werken als een vals plafond leggen of een living schilderen. Je kan bij wijze van spreken een halve woning onbelast renoveren. Als vooraf precies zou beschreven worden welke klussen onder de wetgeving vallen, zou ik er geen probleem mee hebben, maar het blijft een vage zone.”
Op die manier zouden volgens Waeytens ook veel van de klussen verdwijnen in de zwarte markt. “Door de regelgeving promoot men het zwartwerken”, vindt de Secretaris-generaal. “Veel van de klussen zullen immers meer dan 500 euro per maand kosten.” Kunnen kennissen die kleine klusjes niet gewoon veel sneller invoeren? “Als je een nieuwe klant bent bij een zelfstandige, zal die een klus moeten inplannen, de concurrentie met een kennis in snelheid is niet evident.”
Samen met werkgeversorganisatie Unizo stapt Waeytens nu naar het Grondwettelijk Hof om beroep aan te tekenen tegen de wetgeving. “Waarom mag een werknemer onbelast bijklussen en een werkgever niet?”, vraagt Waeytens zich af. “Wij hopen dat de regering zijn wetgeving via het hof moet aanpassen of een deel moet vernietigen.”