De Wereld Vandaag
Opnieuw lichte stijging: waar vinden de coronabesmettingen plaats? Dit is wat we weten
wo 9 dec. - 9:10
Het aantal besmettingen ligt voorlopig nog op ruim 2.000 per dag, ondanks het feit dat we onze contacten toch fel moeten beperken, en ondanks alle andere nog geldende voorzorgsmaatregelen. Meer nog, in Vlaanderen zijn de globale besmettingscijfers voor het eerst sinds de eerste piek van de tweede golf licht gestegen.
In Oost-Vlaanderen en Limburg dalen de besmettingscijfers nog, maar in Antwerpen, Vlaams-Brabant en vooral West-Vlaanderen stijgen ze opnieuw. Opvallend: Brussel laat een daling van bijna 20 procent optekenen, en verschillende Waalse provincies vertonen wél nog steeds een duidelijke afname.
Op het Belgische niveau blijven we dus zitten met elke dag ruim 2.000 nieuwe besmettingen, waar komen die vandaan? Moeilijk te zeggen, want gedetailleerde gegevens over waar de besmettingen precies vandaan komen, hebben we niet. In buurlanden Nederland en Duitsland wordt dat wel grondig bijgehouden, uitgezocht en naar buiten gecommuniceerd.
Bij ons stellen de contactopspoorders voor alle duidelijkheid ook de vraag waar mensen denken dat ze besmet zijn geraakt, maar de antwoorden daarop worden voorlopig niet vrijgegeven. Nochtans zou dat het draagvlak voor bestaande of nieuwe maatregelen wel kunnen vergroten.
"De bronopsporing moet beter", zegt Geert Molenberghs in 'De Wereld Vandaag'. "De mensen vragen dat ook. Zij doen inspanningen, dus moet de overheid dat ook doen. Al zien we natuurlijk wel een evolutie. Het gaat wel al beter en ik heb begrepen dat ze er ook wel nog meer werk van gaan maken."
De eigenlijke contactopsporing gebeurt door de gewesten. De gegevens worden door die gewestelijke contactopspoorders in de databanken van het federale instituut Sciensano ingevoerd. Sciensano bezorgt de gewesten dan de overzichtsrapporten, maar door technische problemen zou niet altijd alle informatie doorstromen.
Van Gucht: "Vooral binnen het gezin"
Viroloog Steven Van Gucht van Sciensano kan zich wel in grote lijnen uitspreken over de besmettingsbronnen. "Zowel uit binnenlandse als buitenlandse gegevens blijkt dat de nieuwe gevallen zich vooral voordoen binnen het gezin", zegt Van Gucht aan VRT NWS. "Die besmettingen komen het gezin binnen door dicht contact met andere familieleden, met vrienden buitenshuis, bij thuisbezoeken of met collega’s op het werk."
Zowel uit binnenlandse als buitenlandse gegevens blijkt dat de nieuwe gevallen zich vooral voordoen binnen het gezin
Vandaar dus de specifieke oproep om zoveel mogelijk te telewerken, en de bestaande maatregelen te volgen, want sinds het heropenen van de scholen na de herfstvakantie is het aantal verplaatsingen weer fors toegenomen. "Mensen verplaatsen zich niet alleen voor de school, maar ook voor het werk sinds kort ook voor de winkels", zegt Van Gucht. "En dat gaat altijd gepaard met een zeker risico. Beperk dus je verplaatsingen tot het absolute minimum."
Opvallend is ook dat het aantal besmettingen bij de jongste bevolkingsgroepen fel is gestegen: voor kinderen jonger dan 10 jaar gaat het om 33 procent extra, voor de tieners zelfs om 41 procent. Zij maken samen nu 14 procent uit van het totale aantal besmettingen binnen de Belgische bevolking, wat vergelijkbaar is met de cijfers voor twintigers, dertigers of veertigers.
Het aantal besmettingen is in de afgelopen twee weken toegenomen bij zowel leerlingen als personeelsleden. Alleen in Vlaams-Brabant is de afgelopen twee weken het aantal besmette personeelsleden gedaald. "Het is relatief onder controle", zegt Stefan Grielens van de vrije CLB’s aan VRT NWS.
"De cijfers zijn vergelijkbaar met de twee laatste weken van de september", zegt Grielens nog. "We zien dat de algemene cijfers in de samenleving ook niet meer dalen. En ook leerlingen zonder symptomen worden opnieuw getest. Dat is een hele tijd niet het geval geweest."
Besmettingen in het onderwijs
Desondanks de stijgende cijfers, zijn scholen volgens Van Gucht niet de motor van de epidemie. Hij wijst erop dat ook buitenlandse studies dat bevestigen. Het virus gaat sneller over van volwassene op volwassene en van volwassene op kind, dan van kind op volwassene. Maar de heropening van de scholen had natuurlijk een zekere impact, geeft hij toe.
De scholen zijn volgens onze gegevens niet de motor van de epidemie.
Hetzelfde moet blijken uit het contactonderzoek dat de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) uitvoeren. "De grootste groep leerlingen die getest wordt, doet dat na een nauw contact met een besmet persoon thuis", zegt Grielens. Al kan niet worden uitgesloten dat een asymptomatische leerling eerst zelf zijn ouders heeft besmet en pas getest wordt omdat zijn ouders wel symptomen vertonen.
"De scholen zijn volgens onze gegevens niet de motor van de epidemie", zegt Grielens. "Het is omgekeerd: als een virus rondgaat in de samenleving, kan het ook op school terechtkomen."
Beluister het gesprek met Geert Molenberghs in 'De Wereld Vandaag':
Bron: vrtnws.be en 'De Wereld Vandaag'