Op haar 15de vertrok Roísín Murphy uit het ouderlijk huis in Ierland en ging ze naar Manchester, om er te feesten. Ze ontmoette in een zweterige kelder in Sheffield Mark Brydon, waarmee ze Moloko zou vormen. Ondertussen is ze 47, heeft ze twee jonge kinderen en een Italiaanse lover.
"Ik ben gelukkiger dan ooit", vertelt ze aan Korneel De Clercq in 'Wonderland'. Ook al werd haar plaat 'Roísín Machine' meermaals uitgesteld ('too technical' vertelt ze daarover) en ook al was er de lockdown. Het gaf haar de kans om veel studiowerk te doen, en ze speelde ook veel live via het internet.
"Ik voelde me zoals Igyy Pop"
Vier nachten voor de lockdown speelde ze nog een concert in Londen. Toen er nog intens contact met het publiek mocht zijn - "I was touching them all" - en toen handen schudden nog net iets minder argwanend bekeken werd dan vandaag. De handschoenen gingen uit, en het publiek aanraken was geen doodzonde: "Ik rolde in elke ziektekiem die je je maar kan inbeelden."
Als ze nu op die periode terugkijkt, lijkt het wel alsof het haar laatste concert ooit was. Murphy ging helemaal op in de muziek - inclusief stevig headbangen - en moest na het concert zelfs even bekomen. "Ik voelde me zoals Iggy Pop." Meteen erna stond er een interview gepland. "Ik moest het al liggend doen" blikt ze terug.
Soulwax
Murphy is tijdens het gesprek met Korneel een en al spontaniteit en energie. Hoeveel gestructureerde 'machine' zit er dan eigenlijk in die 'Roísín Machine'? Je kan die 'machine' uit de titel van het album op verschillende manieren interpreteren, geeft ze aan. "An ideas machine, a concept machine, the vision machine,..." Ze houdt de touwtjes graag in handen, op verschillende vlakken ("creating and directing", zegt ze). Al is ze allerminst vies van samenwerkingen met andere muzikanten. Zo maakte Soulwax bijvoorbeeld een remix van 'Something More'.
(lees verder onder de remix van Soulwax)