Interne Keuken
Rwanda 1994
za 23 mrt. - 3:41
Jean Flamme was toen algemeen secretaris van Advocaten Zonder Grenzen. Kort na de genocide ging hij naar Rwanda. Die reis bezorgt hem tot op vandaag nachtmerries. In het boek dat hij erover heeft geschreven, Rwanda 1994, zegt hij dat hij toen aan de poorten van de hel heeft gestaan.
Jean Flamme, advocaat aan de balie van Gent, ging naar Rwanda omdat er recht gesproken moest worden na de genocide en na de machtsovername van het rebellenleger van Paul Kagame. Dat was niet vanzelfsprekend: de Rwandese justitie was door de slachting weggeveegd. Er waren nog een drietal rechters en één procureur. Er waren nog vijftien advocaten in het land. En de gevangenissen puilden uit, overbevolkt met moordenaars en onschuldigen.
De overgebleven Rwandese advocaten dàchten er niet over om de verdediging van een verdachte op zich te nemen. De angst was te groot: wie met een verdachte wordt vereenzelvigd, riskeerde zijn leven. Bovendien had elke Rwandees in de slachting familie verloren, ook de advocaten. De nodige onafhankelijkheid kon absoluut niet worden gegarandeerd.
De Verenigde Naties organiseerden een tribunaal in Arusha, Tanzania, waar 96 beklaagden terechtstonden. Jean Flamme trad daar op als advocaat. Hij vertelt in Rwanda 1994 hoe dat ging.
Daarbij gooit Flamme ongemakkelijke vragen op. Bijvoorbeeld: ook aan de kant van de rebellen van president Kagame werden er oorlogsmisdaden gepleegd, maar die werden niet onderzocht. Over het neerhalen van het vliegtuig waarin president Habyarimana de dood vond is de waarheid nog niet gekend. Het terugtrekken van de Belgische Blauwhelmen was een dramatische beslissing, het was precies wat de moordenaars van onze para's wensten, zo hadden ze de handen vrij. En op de achtergrond van het bloedbad spelen geopolitieke belangen, versta: bodemrijkdommen.
De Rwandese genocide ligt vijfentwintig jaar achter ons. De geschiedenis heeft tijd nodig om geschreven te worden. Jean Flamme zit morgen aan de Interne Keukentafel.