Loading

SCHENGEN Een rommelige boot in een gehucht van niks

In het bekendste gehucht van Europa valt er werkelijk niets te beleven. Eigenlijk is Schengen een lange, nogal drukke straat, langsheen de Moezel. Er wonen nog geen vijfhonderd mensen. Er zijn een paar tankstations, twee bruggen en een café dat soms open is, en vaak niet.

Luister naar de podcast Het Mirakel van Schuman, aflevering 3

Vlakbij het punt waar de drie landen elkaar raken, aan de Moezel, staan enkele zuilen met sterren op. Er hangen foto’s tussen de bomen en er is een souvenirwinkel waar mokken, glazen, vlaggen, kaarsen, hoodies, paraplu’s en pennen verkocht worden, allemaal met gele sterren tegen een blauwe achtergrond. Verderop is er een klein museum waar petten van douaniers hangen en een maquette staat van de boot ‘Prinses Marie-Astrid’.

Op 14 juni 1985 lag dat schip hier, aan de kade. Het was een boot voor toeristen die verzeild raakten in deze uithoek van het Groothertogdom, en er tochtjes mee maakten op de rivier. Aan boord dronken ze Moezelwijn en genoten van het uitzicht op de steile oevers met de wijngaarden.

Die middag in juni 1985 werd op de Prinses Marie-Astrid een verdrag ondertekend waarin werd afgesproken om de grenscontroles op termijn af te schaffen. Het is vandaag wellicht het meest tastbare bewijs van de Europese eenmaking: de slagbomen zijn weg, er zijn geen douaniers meer en nergens worden nog paspoorten getoond.

Toch leek het er niet op dat op die boot in Schengen iets belangwekkend zou gebeuren. Niemand kon vermoeden dat enkele jaren later werkelijk iedereen in Europa de naam van dat piepkleine dorp zou kennen. De landen die meededen, stuurden niet eens een minister naar de ondertekeningsplechtigheid. Het waren staatssecretarissen die werden opgetrommeld. Ook vertegenwoordigers van de Europese instellingen ontbraken. Bij de Europese Commissie en het Europees Parlement, waar ze graag op de eerste rij staan als er geschiedenis wordt geschreven, bekeken ze het initiatief zelfs met veel wantrouwen. Niet alle lidstaten deden immers mee, en er was de vrees dat Europa zou worden uiteengetrokken.

Eigenlijk waren het de Franse president Mitterrand en de Duitse kanselier Kohl die het thema op de agenda hadden gezet. Enkele maanden eerder waren er acties van vrachtwagenchauffeurs die vonden dat ze te veel tijd verloren aan de grensovergangen tussen Frankrijk en Duitsland. Er moesten formulieren worden ingevuld met maar liefst 46 rubrieken. De files zouden nog langer worden toen het plan concreet werd om van Europa werkelijk een eenheidsmarkt te maken. Dus stelden de president en de kanselier voor om de controles gaandeweg af te schaffen. De grenzen tussen België, Nederland en Luxemburg werden al een tijd minder streng bewaakt en bijgevolg groeide het idee om een zone zonder binnengrenzen op te richten waarvan Frankrijk, Duitsland en de Benelux deel zouden uitmaken. Haast niemand geloofde echter dat het ooit ook zover zou komen.

Er was dus geen enkele bekende politicus die in juni 1985 naar Schengen trok om er op de foto te staan, een toespraak te houden of een lintje te knippen. Vijf landen stuurden wel vertegenwoordigers, maar laag in rang. Zij ondertekenden de overeenkomst. Op de achtergrond stond een man met een bordje ‘zoll-douane’, waar met viltstift een kruis over was getekend. In het gezelschap droeg iedereen een kostuum en een das. Er was ook één vrouw bij, die vestimentair niet uit de toon viel, en tegelijk ook weer wel: haar das was felrood. De enige vrouwelijke staatssecretaris, de Franse Catherine Lalumière, behoorde tot de radicale linkerzijde in de Franse socialistische beweging en daar schaamde ze zich allesbehalve voor.

De politieke wil bleek groot en in 1990 werd er een Uitvoeringsovereenkomst ondertekend, opnieuw op de boot in Schengen. Dit keer waren er wel al een paar ministers en cameraploegen aanwezig. Nog eens vijf jaar later, in 1995, zou de opheffing van de binnengrenscontroles realiteit worden. In hoog tempo sloten de meeste andere lidstaten zich aan. Vandaag de dag maken ook enkele landen die niet tot de Unie behoren deel uit van de Schengenzone, namelijk: Zwitserland, Noorwegen, Ijsland en Liechtenstein.

Een afspraak die al meteen in 1985 concreet werd, hield in dat autobestuurders met een soort sticker konden signaleren dat ze niets hadden aan te geven en dus ongehinderd over de grens mochten. Wie een groene schijf met in het midden een witte letter E achter de voorruit zette zou niet meer gecontroleerd moeten worden.

Veel reizigers moesten echter wel blijven stoppen aan de grens. Europa was op papier wel een eengemaakte markt, maar verschillen in BTW-tarieven en accijnzen zorgden ervoor dat sommige producten in het ene land toch nog fors goedkoper waren dan in het andere. Voor persoonlijk gebruik mocht een Belg of een Duitser wel spullen kopen in Luxemburg, maar bij grotere hoeveelheden, moesten die aankopen worden aangeven bij de douane en moest er een extra tarief worden betaald. De vraag was uiteraard wat er als ‘persoonlijk gebruik’ werd gezien. Dat was toen heel beperkt.

Bij steekproefgewijze controles bleek dat er wat schortte aan de regeling. Er waren maar twee opties. Ofwel zou men toch stelselmatig de grenzen moeten blijven controleren. Ofwel moest men de definitie van ‘persoonlijk gebruik’ aanpassen, zodat er minder snel sprake zou zijn van smokkel.

Men koos na veel twijfel en lange onderhandelingen voor die laatste aanpak. Sinds 1988 mogen Europeanen met een heel karton wijn de grens over zonder daarmee crimineel te zijn. In de jaren die volgden is de definitie van ‘persoonlijk gebruik’ steeds verder opgetrokken. Vandaag mag men van het ene naar het andere Europese land maar liefst negentig liter wijn meebrengen zonder dat te moeten aangeven bij de douane. En daarnaast mag men nu ook 110 liter bier, 20 liter aperitiefdrank en 10 liter sterke drank over de grens brengen, net als 800 sigaretten, 400 cigarillo’s, 200 sigaren en een kilogram rooktabak. Deze normen gelden per persoon, zodat een koppel het dubbele mag in- en uitvoeren. Wie vandaag voor persoonlijk gebruik in Luxemburg wil genieten van de goedkopere prijzen, en de maximale hoeveelheden ambieert, heeft al een lichte vrachtwagen nodig om het allemaal te vervoeren.

Wil je meer boeiende historische feiten over de Europese geschiedenis?

Fragmenten uit het boek ‘Dit is Europa’ van Hendrik Vos (uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts)