De toestand is hopeloos maar niet ernstig
"Stilaan ga je weer in je eigen tuintje zitten met je eigen vrienden en leef je weer achter je eigen gevel"
zo 14 jun. - 0:37
'Neem foto’s van je straat' luidde de opdracht in de fotocursus. Dat was in oktober.
Ik woon in een mooie straat en had wel al eens gezwaaid en me afgevraagd wie die mensen van schuin tegenover zijn. Ze zien er leuk uit.
Maar veel verder kwamen we niet. Tot we om 20.00u gingen applaudisseren. Als ik nu foto’s van mijn straat zou maken zouden Benoit en Aline er opstaan met de kinderen. Anne van hiernaast en Ali van aan de overkant die soep bracht tijdens de Ramadan.
Die is afgelopen, net als de lockdown. Elke dag een praatje slaan om acht doen we niet meer. Stilaan ga je weer in je eigen tuintje zitten met je eigen vrienden.
En leef je weer achter je eigen gevel.
Maar nu weet ik wel waar ik kan aanbellen voor een taartrecept en weten zij dat mijn opblaaszwembad klaar staat voor hun stadskinderen als die verkoeling zoeken.
Gisteren fietste ik naar het werk en keek op. Er kwam weer een gloed vanuit het café op de hoek.
Alsof iedereen de dag ervoor zijn callsheet had gekregen en was opgedaagd om zijn rol weer te spelen.
Buren gaan weer op restaurant en vrienden zien elkaar terug. Maandag zag ik mijn vrienden en favoriete barmannen terug. En ook mensen die ik alleen zie als ik op café ga. Die ik mis als ik te lang op vakantie ben geweest.
Al die mensen maken mijn stad mijn thuis. Iedereen doet zijn deel, speelt haar rol.
De figuranten van de stad zijn terug. De mensen naar wie ik zwaai. De mensen met wie ik oogcontact maak als ik op de fiets zit om er zeker van te zijn dat ze me gezien hebben.
De chauffeurs die ik uitkaffer, ja zelfs die waren met minder. Maar die heb ik niet gemist. De studenten die over straat kuieren met grote vellen papier: architectuurstudenten. Mensen in strakke fluo jogging pakjes in de Europese wijk: eurocraten. De mannen van de Aarschotstraat én de vrouwen. De vele kinderen zonder tuin die het park bevolken. Het koppel op het plein dat altijd een volledige demin outfit draagt.
Zonder hen was Brussel leeg. Hol. Er zat een gat in de stad. Nu wordt dat weer gevuld. Zinnen worden weer opgezegd als voordien.
“Het is wel erg regenachtig.” werd vervangen door
“Lang kan dit toch niet duren?” Werd vervangen door
“Het is leger dan toen met de militairen na de aanslagen.” werd vervangen door
“Ik wil weer op café!” werd vervangen door
“Gaan we maandag?”
Straks rijd ik met de fiets voorbij mannen die veel te traag langs de dames rijden en zie ik studenten weer crossen om hun trein te halen. Zie ik mijn vrienden maar dit keer op een terras. Vrij en los. En daarna? Daarna ga ik langs bij de buren. Om de dvd terug te brengen die ze hadden uitgeleend. En om ons af te vragen wat voor weer het morgen wordt.
Beluister de column van Margot Otten voor 'De toestand is hopeloos maar niet ernstig':
Lees ook:
"Pet af voor de zorgverstrekkers. Ik heb het gevoel dat zij nooit denken dat de toestand hopeloos is, maar wel ernstig"
Ik snap dat er voor migratie een prijs te betalen is. Wat ik niet snap, is hoeveel generaties de prijs nog gaan betalen"
"Toen Merckx die Tour gewonnen had, kroop ik op de rug van een dier en stak mijn beide armen ook hoog in de lucht"