VOLK
Zijn hoofd hing al een tijd aan gevels
in eigen land, mond als een bed zo groot
snor als een bosrand, neus als baken.
Eronder luide dwerggemaakten in hun
soek, zwemende kruiden, huizen overeind
en kinderen die leerden.
En kerkers ook, men wist wat daar
In een museum een oeroude rammelaar
eeuwenlang heel. Verboden aan te raken.
Joke van Leeuwen