De Ochtend
Vincent Van Quickenborne: "Het was een historische week voor Kortrijk"
di 24 dec. - 7:47
Van Quickenborne was te gast met een wat hese, diepe stem. “De Warmste Week was voor sommige mensen in Kortrijk ook de zwaarste week”, zegt hij.
“Het was een onvergetelijke gebeurtenis, een historische week voor de stad. De Warmste Week was niet alleen te gast in de stad, maar werd samen met de stad opgezet, met de stadsdiensten, handelaars, bedrijven en met de verenigingen en alle muzikanten uit Kortrijk.”
“Kortrijk is een echte muziekstad en dat was deze week te zien en te horen. Elke avond werd bijvoorbeeld afgesloten met Camping Kerstmis, en De Warmste Week werd op gang geklopt door Kortrijk Drumt, een lokaal drumcollectief.”
"Een aantal concerten waren onvergetelijk"
“Ik heb afgelopen week een aantal concerten live meegepikt”, zegt Van Quickenborne. “Een van mijn hoogtepunten was het concert van Wannes Cappelle en Brihang. Het was onvergetelijk.”
Burgemeester Van Quickenborne heeft niet alleen lof voor de muzikanten die tijdens De Warmste Week op het podium stonden. “Wie mij ook is opgevallen, is nieuwslezen Khalid Sellam. Leuk dat nieuw talent wordt ontdekt en dat we in een diverse samenleving fantastische dingen kunnen doen.”
Hoeveel volk er naar Kortrijk kwam, is nog niet bekend gemaakt. Van Quickenborne: “We mikten op 100.000 mensen, maar het zullen er meer geweest zijn. We hebben het terrein elke dag tijdelijk moeten afsluiten.”
Hoe groot is de impact van De Warmste Week op een stad als Kortrijk? “Die is enorm”, zegt Van Quickenborne.
“Er waren bijna 700 geregistreerde acties op ons grondgebied. Dat is bijna 1 actie per 100 Kortrijkzanen. In elke straat was er iets te beleven. Dat heeft onze stad heel dicht bij elkaar gebracht. Ik voel vandaag dat we een grote familie zijn. Dat kan je als burgemeester niet bereiken zonder dat soort evenementen.”
Keert De Warmste Week volgend jaar terug naar Kortrijk? “We willen daar bescheiden in zijn. StuBru zal eerst evalueren. Maar als De Warmste Week wil terugkomen, gaan we niet neen zeggen”, besluit Van Quickenborne.