Interne Keuken
Voor profeet en führer
za 8 jan. - 10:14
De nazi's hadden respect voor de islam. Een ware mannenreligie, was het oordeel van Himmler en Hitler - Himmler had de Koran op zijn nachtkastje liggen. Op het christendom keken de nazi's neer, dat vonden ze een slappe religie waarin het lijden centraal staat. Terwijl de islam een strijdvaardige, masculiene godsdienst is, bruikbaar aan het front. De islam maakt van de mohammedanen een soldatenvolk. Dat lag de nazi's wel.
In het recent vertaalde boek Voor profeet en führer onderzoekt David Motadel hoe de nazi's hebben geprobeerd een bondgenootschap te smeden met de moslimwereld.
Hitler deed zich voor als de verdediger van de islam. Er waren gedeelde vijanden: de joden; de Britten en de Fransen die in hun kolonies de moslims onderdrukten; en het communisme dat vijandig stond tegenover de islam, moskeeën afbrak en het Arabische schrift verbood. De strategische overwegingen werden overgoten met een religieuze saus: de Duitse propaganda insinueerde dat Adolf Hitler de mahdi was: de verlosser die in de profetieën wordt aangekondigd en wiens komst aan de dag des oordeels voorafgaat.
De moefti van Jeruzalem, Amin al-Hoesseini, koos de kant van Duitsland. Gevangen islamitische Sovjetsoldaten konden aan de ellende van het krijgsgevangenkamp ontsnappen door zich te melden voor het Duitse leger. In de Balkan dreef etnisch geweld van Serviers en Kroaten de moslims in de armen van de nazi's.
David Motadel schrijft een genuanceerd verhaal. Ook de geallieerden beseften het strategisch belang van de islam en zette een propagandistisch tegenoffensief in. Uiteindelijk vochten honderdduizenden moslims aan de geallieerde kant. Alleen al uit Frans Noord-Afrika meldden zich 134.000 Algerijnen, 73.000 Marokkanen en 26.000 Tunesiërs om tegen nazi-Duitsland te strijden - uiteindelijk zouden ze Europa bevrijden.
Beluister het volledige gesprek :