Luisteraar Frieda voelt zich afgewezen. Haar enige zoon wil binnenkort trouwen met zijn Spaanse vriendin, maar hij wil dat zeer kleinschalig doen.
“Het gaat heel goed tussen hen" schrijft ze. "Hij is ondertussen verhuisd naar Madrid en heeft er werk gevonden. Ze willen graag kinderen, wat ik fantastisch vind, en om die reden gaan ze ook trouwen. Maar ze willen dat zo bescheiden mogelijk doen: onder hen beiden, zonder familie, omdat ze het zien als iets administratiefs. Later willen ze zowel in Spanje als in België een feest geven voor familie en vrienden.”
Mijn zoon wil trouwen zonder familie erbij. Hij ziet het als iets administratiefs.
Frieda voedde haar zoon alleen op. Ze is blij dat hij zijn weg gevonden heeft en de dingen doet waar hij zich goed bij voelt. “Maar tegelijkertijd voel ik een enorm verdriet bij dit alles. Hij is mijn enige kind, en ik had zo graag deel uitgemaakt van dit verhaal.”
“Zijn vriendin nodigt haar ouders ook niet uit, dus ik hoef me niet opzij geschoven te voelen. Ik weet ook dat het 'mijn' probleem is, maar het gevoel is er, en het gaat niet weg. Hoe kan ik daar beter mee omgaan?”
Rika Ponnet: “Frieda zou het beter uitspreken”
“Ik vind het een heel lieve brief” reageert Rika Ponnet. “Frieda lijkt me een lieve vrouw. Ze erkent het als háár probleem. Er zit een gevoel van afwijzing onder, maar ze gaat niet in het slachtofferschap staan.”
“Frieda worstelt niet zozeer met de beslissing die de zoon heeft gemaakt, maar ze lijdt zelf onder een vorm van innerlijke strijd. Haar grootste lijden is dat ze haar eigen verdriet en verlangen afwijst als iets wat niet hoort.”
Misschien beseft de zoon van Frieda ook niet hoe zij zich bij de situatie voelt, zegt Rika. Daarom zou Frieda het beter uitspreken. “Niet zozeer vanuit het gevoel ‘ik wil hier naartoe komen’, maar wel vanuit haar verlangen om erbij te horen, omdat ze familie is. In het Engels noemen ze dat: to belong.”
Lees verder onder de foto