Journalist Riadh Bahri is al dertien jaar aan de slag bij de VRT. Hij omschrijft zichzelf als een passioneel persoon, zowel in de positieve als de negatieve zin. "Ik ben heel gedreven en passioneel en zal me altijd ergens in smijten. Maar dat uit zich ook als iets slecht loopt. Ik kan heel intens ruziemaken, kwaad zijn, kritisch zijn en zelf slecht kritiek aanvaarden. Passie is de rode draad doorheen mijn leven", aldus Bahri.
“Het is oké en heel normaal om ongelukkig te zijn”
In 2015 kreeg Bahri te kampen met een zware depressie. "Ik was toen 26 jaar. En het gebeurde heel geleidelijk. Zoals een trein die plots niet meer wou vertrekken, viel alles stilaan uit, zowel fysiek als mentaal. Ik had voortdurend paniekaanvallen en huilbuien en zocht elk excuus om niet te moeten gaan werken.”
“Ik ben als kind altijd opgevoed vanuit een ‘trek-uw-plan-houding’. Mijn vader wees me er al snel op dat ik, door de naam die ik had, altijd iets harder mijn best zou moeten doen om hetzelfde te bereiken als Jef en Jos. Ik moest voortdurend mijn plan trekken en op een bepaald moment is die motor beginnen sputteren. En iemand die nooit hulp gevraagd heeft, zal dat ook niet snel doen”, vertelt Bahri.
“Ik was een kampioen in het wegsteken van mijn emoties, dus mijn naaste omgeving schrok erg, toen ze het te weten kwamen. Ik heb ook lang moeite gehad om het te aanvaarden, want ik zag mijn depressie als een manier van falen. Maar mijn psycholoog heeft toch wel mijn leven gered. Nu besef ik dat er niets gênant of verkeerd is aan ongelukkig zijn. Dat is oké en heel normaal. Ik zou pas gefaald hebben als ik geen hulp gezocht had, want dan glijdt het leven aan je voorbij. Maar het heeft wel even geduurd voor ik besefte dat ik niet alleen was en dat er heel veel mensen zijn zoals ik", besluit Bahri.