“Wilde met mijn brief de puntjes op de i zetten”

“J’en ai marre. Ik heb er genoeg van”, met die woorden liet minister Van Overtveldt gisteren weten dat hij het niet langer pikt dat zijn rekenkunde bij elke begrotingscontrole weer in twijfel worden getrokken. Dat was de afgelopen dagen weer het geval weer het geval toen bleek dat de federale regering niet naar 2,4 maar 4,2 miljard euro op zoek moet. Dat komt vooral door tegenvallende inkomsten.

Dat de belastingen minder opbrengen dan verwacht, ligt volgens de bevoegde minister aan de methodiek die gebruikt wordt om de inkomsten te ramen, schreef hij gisteren in een opvallende brief. Criticasters lazen hierin kritiek op de FOD Financiën, die verantwoordelijk is voor de cijfers. Maar dat is niet geval, zei de minister daags nadat hij zijn bewuste brief op zijn website heeft gepubliceerd. "Het is helemaal geen kwestie van de minister versus zijn administratie: ik volg de administratie in hun solide analyse en aanbeveling."

"Puntjes op de i"

De minister zei vanochtend dat hij ondanks de kritiek op de brief er nog altijd achter staat, “omdat we daarin de puntjes op de i zetten en duidelijk aangeven waar het op staat, waar onze analyse vandaan komt en waar mijn vraag binnen de regering om hiermee rekening te houden op gebaseerd is”.

In zijn schrijven van gisteren heeft de minister naar eigen zeggen net willen meedelen dat de FOD Financiën op zijn vraag gaan kijken is hoe het komt dat "we systematische afwijkingen in de inkomsten hebben. Dat is hun conclusie waar ik me volledig aan verbind."

"Niet nieuw"

Dat de cijfers afwijken, is volgens de minister ook niet nieuw. "In 2012-2013 was er een afwijking tegenover de prognoses van 2 tot 3 miljard. Dat is meer dan wat we nu hebben. Zeggen dat die afwijkingen nieuw zijn en van de jongste twee jaar zijn, is totaal fout", verdedigt de minister zich. "De analyse van de FOD Financiën die ik gisteren via mijn website publiek heb gemaakt, geeft duidelijk aan dat we hier te maken hebben met een fenomeen dat al jaren teruggaat."

Voorts verdedigde de minister zich in zijn reactie door te zeggen dat alle maatregelen die uit begrotingscontroles en begrotingsopmaak werden afgehamerd, werden uitgevoerd of in uitvoering zijn. "Wat nieuwe maatregelen betreft, moet je werken met prognoses en dan merken wij dat sommige maatregelen meer of minder opbrengen." En nu blijkt dat die prognoses rammelen "moet de regering en de minister van Financiën daar de nodige oplossingen voor te bedenken", besloot de minister.