Ayco
Tune-Yards - sketchy.
zo 28 mrt. - 10:00
De nieuwe plaat is volgens de frontvrouw een soort heruitvinding, het begin van een nieuw tijdperk. Tot en met ‘I can feel you creep into my private life’ uit 2018 zat Tune-Yards in een permanente rush. Een vicieuze album-tour-album-tour cirkel, waar ze dankzij ‘sketchy.’ eindelijk uit is geraakt. Die bevrijding is nu dan ook bijna voelbaar op een chaotische, maar zeer doordachte plaat.
Het lijkt op het eerste gehoor misschien wel een overrompeling, maar er is weldegelijk nagedacht over de chaos in nowhere, man. Een bassige beat, aangevuld met flarden van van alles en nog wat en een schreeuwerige jazzy stem van Merril Garbus met daarbovenop nog een pak glitches; Tune-Yards heeft zijn start niet gemist. Naast die vloedgolf aan gecontroleerde chaos is het vooral de stem van de frontvrouw die ons grote ogen doet trekken. Zo lijkt hypnotized wat voort te kabbelen, maar tegen het einde onderstreept de Amerikaanse haar kunnen. Daardoor blijft het nummer toch nog even nazinderen.
Er gebeurt gigantisch veel op ‘sketchy.’, gaande van elektronisch geklingel tot r&b-achtige baslijnen. Homewrecker lijkt wel een soort slinky waarin rust guitig afwisselt met chaos. Silence pt. 1 (when we say “we”) komt zelfs als een welgekomen rustpuntje. Sterker nog, het is ook nog eens een kantelpunt op het album. De storm gaat wat liggen en Garbus neemt ons mee naar een donkere jazzy club.
Terwijl hold yourself euforisch openbloeit op de tonen van futuristische elektronica en een baslijntje, vormt sometime dan weer de grens tussen mysterieuze r&b en donkere altpop. Het mysterieuze is overigens iets wat nog lang blijft hangen. Alsof er plots een donkere waas over ‘sketchy.’ is neergedaald. Doe daar nog eens een paar geflipte plotwendingen bij en je hebt het totaalplaatje dat Tune-Yards je wil presenteren.
Nadat de schreeuw vanop be not afraid nog door merg en been gaat, loopt de vijfde plaat van de Amerikaanse op z’n einde. Een album waarin chaos en rust gek genoeg hand in hand gaan. Waarin er tot over de kleinste geflipte details is nagedacht en, vooral, waarin Garbus aantoont hoe goed ze kan zingen.