Ga naar hoofdinhoud

Luister Live

Programma's

Select

Podcasts

Alles begint bij luisteren

ontbreekwoordenboek

Radio 1 Sessies

album van de week

classic album van de week

De toestand is hopeloos maar niet ernstig

“Ik maak een reeks over mijn leven, op basis van ‘sleutelmomenten’. Radio 1 krijgt de primeur”

zo 3 mei - 11:46

Alle filmprojecten zijn uitgesteld en dat terwijl Luk Wyns net met iets nieuws bezig was. Hij schrijft verhalen over de momenten in zijn leven, die hem hebben gemaakt tot wie hij is. Het resultaat neemt vele vormen aan: geschreven, maar ook soundscapes en dergelijke. Deze column is een primeur en gaat over 'angst'.
Luk Wyns

Banjul, Gambia 29 juli 1981.

Na drie weken woog de hitte nog altijd even zwaar.  De geur van warme grond en vochtige lucht bleef alomtegenwoordig en ook vannacht daalde de temperatuur amper.  Pieter besloot dat het na drie weken zonder wiet, dringend tijd was om samen een joint te roken.  Banjul was een drugsparadijs, wist hij.  Ik had gehoord dat er hier levenslang stond op druggebruik.  Hij moest erom lachen. 

Tijdens onze wandeling door Banjul hoorden we voortdurend stemmen die ‘ganja’ fluisterden, ‘ganja, ganja, my friends’.  Pieter koos een verwilderd kijkende, graatmagere man uit en zei ‘OK’.  Maar de Gambiaan had geen ganja bij.  ‘Follow’, zei hij en hij leidde ons door een wirwar van schaars verlichte straatjes tot in de kamer van een dealer. 

Pieter pingelde af tot een derde van de prijs en weer buiten gaf hij onze gids als tip een deel van de stash, maar onze gids leek niet van plan om afscheid te nemen.

Pieter maakte hem duidelijk dat we de weg naar onze rest house wel kenden, maar de man begreep plots geen Engels meer.  Ikzelf had nog geen woord met hem gewisseld en toen ik hem op rustige toon bedankte voor zijn diensten, begon hij tegen me te schreeuwen. 

- Shut up!  I hate how you speak!

Hij haatte mijn niet onaardig Brits accent, dat me vier jaar eerder aangeleerd was op het Sint-Jan-Berghmanscollege.   Te laat besefte ik de impact ervan op een inwoner van een ex-Engelse kolonie.  Het gebroken Engels van Pieter daarentegen leek op het gebroken Engels van de Gambiaan en dat maakte Pieter tot een broeder.  Ik begon meteen ook slecht Engels te praten, maar het kwaad was al geschied.

-Shut up or I kill you. 

Het hoge woord was eruit, en plots liepen er nog twee onbekenden met ons mee.  Eén zwaaide met een machete en ze schreeuwden dat de revolutie eraan kwam en dat alle blanken eraan gingen.  We versnelden onze stap tot we aan het snelwandelen waren.  En toen we begonnen te rennen, hoefde het niet meer voor het drietal.

Hijgend en lachend van de zenuwen bereikten we onze rest house waar mijn vriendin Kathy en ik voor één nacht een kamer naast die van Koen en Pieter huurden.  Een witgekalkte cel met een tralieraampje, een matras, een tafeltje en een paar stoelen. 

Kathy luisterde zwijgend naar ons verhaal en plots was ze bang.   En boos.  Omdat ik niet bang was. 

Ik vertelde haar dat ik sinds mijn veertiende niet meer bang geweest was en dat ook zo wilde houden.  Angst was een slechte raadgever.  Kathy schreeuwde dat we hier nooit met de taxi brousse hadden mogen stoppen, gewoon meteen naar Dakar doorrijden, had ze voorgesteld.  Ze had nog gezegd dat Gambia gevaarlijk was, wou hier geen nacht blijven, gruwde van dit kamertje vol kakkerlakken en roestig leidingwater.  Ik probeerde haar te kalmeren, wees haar erop dat er niks ergs gebeurd was, dat we morgennamiddag zouden arriveren op de luchthaven van Dakar en overmorgen thuis zouden zijn. 

Op onze matras keerde ze zich met haar rug naar me toe.  Ze wou niet meer praten en niet meer aangeraakt worden. 

Het was 5 uur ’s morgens, de opkomende zon smeet een strakke streep oranje op de witgekalkte muur, toen ik wakker werd van iets wat op geweerschoten leek.  Ik keek naast me en Kathy lag met opengesperde ogen te luisteren naar de geluiden.  Meteen waren de geweerschoten vlakbij, samen met mitrailleurgeschut en geschreeuw.

Ik stond op en ging door het raam kijken.  Honderden mensen renden door de hoofdstraat van Banjul, zwaaiend met machetes.  Ze werden het voetpad opgejaagd door een karavaan legertrucks, vol soldaten, die vanaf de kant werden toegejuicht.  Er werd ‘revolution’ geschreeuwd.  Massaal.  Ik was 22 en ik wist nu wél wat angst was.

Beluister hier de column van Luk Wyns:

Lees ook:

Lees ook:

Blijf op de hoogte

Ontdek de beste podcasttips, beluister het meest recente nieuws en doe mee aan exclusieve acties.

Volg ons op
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Jobs

Privacy

Gebruiksvoorwaarden

Heb je een vraag?

Contact

Wedstrijdreglement

Logo UitInVlaanderenLogo Cim Internet