Is ‘gratis’ studeren in België wel eerlijk en vol te houden?
di 13 nov. - 6:14
In vergelijking met de Angelsaksische landen, kan je in België – zo goed als – gratis studeren. Inge Geerdens vraagt zich af of dat wel allemaal klopt en vol te houden is.
In ons landje mogen we onze beide handen kussen. Studenten in pakweg de Angelsaksische landen betalen per jaar gemiddeld 10.000 tot 35.000 dollar aan inschrijvingsgeld, wat neerkomt op een slordige 9.000 à 30.000 euro. In Vlaanderen kan je al met een kleine 1.000 euro per jaar beginnen aan je opleiding. Studeren is bij ons dus zo goed als gratis.
Bijna iedereen met wie ik hierover praat, juicht het gratis studeren aan Vlaamse universiteiten toe. Voor hen is het een voorbeeld van hoe het echt moet: de drempel naar hoger onderwijs dient zo laag mogelijk te blijven. De toegang tot hogere studies moet in een moderne democratie als de onze een basisrecht zijn. Ook als je toevallig van minder gegoede afkomst bent, moet je kunnen voortstuderen.
Ik ben het daarmee volledig eens. En toch klopt het volgens mij niet helemaal. Gratis bestaat nu eenmaal niet. Professoren werken niet gratis, materiaal en boeken zijn evenmin gratis. Iémand moet de rekening betalen. Wie? De maatschappij. En wie is die maatschappij? Juist, wij allemaal.
Ik heb zelf drie kinderen die volgend jaar alle drie tegelijk aan de universiteit zullen studeren. Ze doen het erg goed op school en daar kan ik alleen maar dankbaar voor zijn, want voor een moeder is dat een gigantisch groot geschenk. Als ze zo doorgaan, zullen ze vast en zeker het aanbod krijgen om in het buitenland te gaan werken of verder te studeren. Waarschijnlijk zal er eentje die kans ook grijpen. Maar net daar knelt voor mij het schoentje.
Studenten die uitblinken bij ons, zijn erg gegeerd bij buitenlandse universiteiten én bedrijven. Gaan ze in op het aanbod, dan is de kans groot dat ze in het buitenland blijven. Ze leren er hun partner kennen, vinden er een job en bouwen er hun hele leven op. That’s life.
Dat is natuurlijk zwaar zonde voor iedereen die jarenlang netjes belastingen betaalde en zo de opleiding van de vertrekkende studenten hielp bekostigen. De studenten hebben bij ons dan alles gekregen wat we zich maar konden voorstellen, maar daar staat weinig of niets tegenover. Wanneer ze in het buitenland aan de slag gaan, leveren ze geen bijdrage tot het voortbestaan van het gratis onderwijs bij ons. Evenmin stellen ze hun kennis ter beschikking van onze maatschappij.
Maar ook studenten die in ons eigen land blijven, betalen in verhouding te weinig belastingen. Zo becijferde econoom Erwin Ooghe onlangs in De Standaard dat een bachelorstudent in België liefst 13.000 euro aan subsidies krijgt, zelfs na aftrek van de belastingen die hij tijdens zijn actieve carrière betaalt. Dat betekent dus dat de laagopgeleiden in ons land mee de studies bekostigen van de hoogopgeleiden. Is dat wel rechtvaardig en iets om steeds over op te scheppen?
Daarom voel ik wel wat voor Ooghes oplossing: een eerlijker systeem, waarbij studenten via een bijzondere bepaling in de belastingen hun studie terugbetalen, zelfs als ze in het buitenland blijven ‘hangen’. Een hoger diploma leidt immers tot een hoger loon. Meer dan de lagere inkomens hebben de studenten van weleer dus de financiële ruimte. Dat is vooral het geval als ze in landen verblijven waar de studies niet gratis zijn en dus niet mee gefinancierd worden via de belastingen, waardoor ze netto veel meer overhouden.
De druk op de belastingbetaler is in België al bijzonder hoog. De komende jaren, met bijvoorbeeld de voortschrijdende vergrijzing, zal die druk alleen maar toenemen.
Willen we de democratisering van het hoger onderwijs niet opgeven, dan moeten we nú met creatieve oplossingen durven komen. Misschien wel een interessant campagnethema voor de verkiezingen volgend jaar. Wie durft?