
Touché
“Mijn vrouw steunde me al toen ik nog een ‘fucking nobody’ was”
zo 12 jan. - 4:43

“Zij was er al toen ik nog een ‘fucking nobody’ was”, vertelt Vanfleteren. “Zij is een van de weinigen die altijd in mij geloofd heeft en me altijd gesteund heeft.” En dat was bij momenten heftig. Zeker als hij naar conflictgebieden moest vertrekken, zoals naar Rwanda tijdens de genocide in 1994. “Toen hadden we eigenlijk samen een reis naar India gepland. Plots moest ik zeggen: “Schat, ik vertrek morgen met een vrachtvliegtuig naar Rwanda”. En zij liet me vertrekken. En nog altijd.”
Vanfleteren is erg trots op hun huwelijk. Hij noemt het een van zijn grootste verwezenlijkingen. “Ondanks alle stress, drukte, succes en alle verleidingen, zijn wij toch nog bij elkaar.”
Wat je samen hebt, is zo bijzonder. Die kleine verleidingen - als het dan over seks gaat - zijn maar vluchtige zaken en dat is het mij niet waard.
Altijd samen ontbijten
Hun leven samen is wel een uitdaging. In 2017 sliep Vanfleteren 222 dagen niet in eigen bed. Maar ze hebben één regel: al is hij pas om vier uur ‘s nachts terug in het land, dan nog staat hij om zeven uur op om samen te ontbijten met de kinderen. “Ik wil meteen terug aanwezig zijn. En dan ga ik niet klagen dat ik moe ben, nadat mijn vrouw de hele tijd alles alleen gebolwerkt heeft met drie kinderen.”
Doorbraak
Friedl’ Lesage ontmoet Stephan Vanfleteren in 'Touché' om samen hun vijftigste verjaardag te vieren. Ze leerden elkaar voor het eerst kennen in 2005, toen Lesage hem uitgenodigd had in ‘Het beste moet nog komen’ op Radio 1. De toen nog anonieme fotograaf stond op de rand van zijn grote doorbraak. En die kwam er, mede dankzij dat interview, vertelt Vanfleteren.
“Je vroeg me toen waar ik nog van droomde. Ik wou een fotoboek maken over België, maar ik had daar het geld niet voor.” Na het programma belde een uitgever naar de redactie van Radio 1 om het nummer van die jonge fotograaf te vragen. “En twee dagen later stond Gautier Platteau aan mijn deur. We brachten samen Belgicum uit en daarmee is alles begonnen voor mij.” Dankzij het boek kwamen de foto’s van Vanfleteren ook voor het eerst in een museum terecht. De tentoonstelling verhuisde onder meer nog naar Frankrijk en Duitsland.
Platteau is een goeie vriend geworden en de twee hebben hun eigen uitgeverij gesticht, Kannibaal. “Dat eerste fotoboek heeft me losgeweekt van 'De Morgen'. De liefde voor het fotoboek en diepgang heeft me helemaal betoverd.” Vanfleteren besluit dat zijn werk nu wellicht niet zo goed zou geweest zijn als hij krantenfotograaf zou gebleven zijn.