Wat als we nooit nog vlees zouden eten?

Laurens De Meyer (industrieel ingenieur in de voedingsindustrie en mede-initiatiefnemer van Dagen zonder vlees) zet de (nieuwe) feiten op een rij:

De dieren worden werkloos:

Momenteel worden er 1,4 miljard koeien per jaar gekweekt.  Ze zullen overbodig worden. Enkel de melk kunnen we nog benutten. Het aantal dieren zal afnemen, en er komt veel ruimte vrij.

Landbouwoppervlakte komt vrij:

Dieren nemen veel plaats in.  Wanneer er minder dieren voor consumptie moeten gekweekt worden, kunnen we de landbouwoppervlakte beter inzetten.  

Je hebt namelijk maar 20% landbouwoppervlakte nodig om voeding te kweken voor de mens. Er zou dus 80% natuur vrij komen.

Plantaardige voeding is trouwens veel efficiënter qua ruimtegebruik.

Er zal niet genoeg dierlijke mest zijn:

Bepaalde landbouwsystemen zijn sterk afhankelijk van mest. Sommige landbouwgronden zouden onvruchtbaar worden. (Dus de koe laten uitsterven is geen optie)

Het is goed voor onze gezondheid:

In Vlaanderen eten we twee keer zoveel vlees als gezond voor ons is.  Vlees bevat te veel verzadigde vetten, en rood vlees wordt gelinkt aan darmkanker.  Er is ook een verband met hart- en vaatziekten.  Daarom zou minder vlees goed voor ons zijn. Let wel: zorg ervoor dat je nog voldoende eiwitten binnenkrijgt.

Het milieu zal er wel bij varen:

Koeien laten boeren en scheten.  Ze hebben een hoge CO2-uitstoot.

Op korte termijn is het een economische ramp:

Hele maatschappijen in Afrika zijn volledig afhankelijk van dierlijke productie. Ook in Vlaanderen is er een grote vleesindustrie. We exporteren veel vlees. Dus een economische ramp dient zich aan.

Maar op lange termijn zullen we er wel bij varen, zegt De Meyer. Denk bijvoorbeeld aan onze gezondheid en onze uitstoot.

Ons cultureel erfgoed verdwijnt:

Geen kalkoen meer op kerst. Geen stoofvlees meer bij de frituur. Geen barbecues meer in de zomer. Zonder vlees zal ons leven er helemaal anders uitzien.

Conclusie:

Moet de hele wereld vlees laten staan? “Ik denk dat we vooral minder vlees moeten gaan eten. En verstandiger naar vleesproductie moeten gaan kijken. Ik denk dat dat het belangrijkste is” besluit De Meyer.