Cowboys, koeien en kapitalisten: hoe het Wilde Westen plots één grote vleesfabriek werd en alles even snel weer verdween

Cattle Kingdom van Christopher Knowlton is een spannend boek over cowboys en indianen, maar ook en vooral over Amerikaanse kapitalisten en Engelse edellieden die eind 19de eeuw ontdekten dat je met rundsvlees véél geld kon verdienen. Gevolg: een ware goldrush op biefstuk. Op een paar jaar tijd veranderde het Wilde Westen in één gigantische vleesfabriek. 
Miljoenen bizons werden afgeslacht omdat ze in de weg liepen. Indianen werden verdreven of uitgemoord. Door de uitvinding van prikkeldraad werden cowboys werkloos. Het bandwerk is geen uitvinding van Henri Ford maar ontstond in de slachthuizen van de Far West. En in New York werd diepvriesbiefstuk met slimme marketingcampagnes aan de man gebracht. 
Tot die ene winter van 1886 waarin bijna de helft van de veestapel doodvroor en de zeepbel uit elkaar spatte. Bleek het hele systeem toch niet zo slim bedacht als iedereen dacht. Dat heb je met investeerders die nog nooit een koe van dichtbij gezien hebben.
Historicus Jelle Dehaen heeft het boek gelezen en vertelt ons meer.