“Het grootste gedeelte van geld is niet gecreëerd door de nationale bank, maar door de commerciële bank. De leningen”

Op 15 augustus 1971 verschijnt de Amerikaanse president Richard Nixon op tv. Hij houdt een toespraak van exact 18 minuten en 8 seconden. Vooral één zin valt op. Dat zouden we graag willen schrijven, maar dat is niet zo. Hij is net ongelooflijk onopvallend, die ene zin waarin de president aankondigt dat de koppeling van de dollar aan de goudreserve tijdelijk wordt opgeschort.

Dat lijkt een technisch iets waar alleen bankiers van wakker liggen, maar econoom Edin Mujagic noemt het in zijn nieuwe boek ‘Keerpunt 1971’ zondermeer een monetaire atoombom. De gevolgen van wat Nixon toen gezegd heeft, voelen wij nu nog altijd. Onrust, onzekerheid, de bankencrisis, gele hesjes, het succes van Donald Trump en Vlaams Belang, rat race en burn-out. Allemaal het gevolg van die ene toespraak, die ene beslissing.

Hoe dat precies zit legde hij, vijftig jaar na datum, aan onze keukentafel uit.