De toestand is hopeloos maar niet ernstig
"Het is een kans om voor de eerste keer in de geschiedenis van de ornithologie ruzie te maken over een heggenmus"
zo 19 apr. - 11:18
Ik wandel met een vriendin door een bos in Lokeren. De vogels fluiten en kwetteren dat het een lieve lust is. 'Hoor' zeg ik, een vink. Ze lacht. Ik weet haar te imponeren. Ik leg mijn hand tegen mijn oorschelp zodat ik mijn indianentalent visueel ondersteun. Hoe komt het toch dat jij dat weet? Ssst, zeg ik. Ik zet mijn wijsvinger op mijn lippen en fluister: Boomklever. Ze lacht weer. Ik geniet van haar aandacht en gedraag me als een kleuter die geaaid moet worden over zijn bolletje.
Het is makkelijk om te doen alsof je veel weet van vogelzang als er een leek naast je loopt want ik maak natuurlijk ook fouten. Ik zag namelijk een fitis wel eens aan voor een tjiftjaf, een fout die vogelaars best door de vingers zien, maar de watersnip verwarde ik ooit met de houtsnip en dat deed meer wenkbrauwen fronsen. Hoe dan ook: in dit gezelschap kan ik met weetjes, ditjes en datjes strooien zonder dat iemand mij een strobreed in de weg kan leggen.
Totdat er een man passeert met een fototoestel waaraan een toeter van een lens hangt. Zijn dikke buik dient als airbag voor het peperdure materiaal dat ook nog eens gehuld is in een jasje met camouflagekleuren. Hi! Zegt hij als we hem passeren. Wow, zegt mijn vriendin, wat een grote lens. Dat is compensatiedrang, zeg ik. Zulke mannen hebben meestal een klein pietje. Ze lacht. Ja, als mijn kennis het niet doet dan gooi ik er wel een grapje tegenaan.
'Ik fotografeer vogels zegt de man achter onze rug, Willen jullie eens kijken?' Tuurlijk zegt mijn vriendin veel te vlug. De man toont ons een geoorde fuut op het venstertje van zijn camera. 'Wat een prachtvogel ' zegt ze. 'Hoe krijg je dat voor elkaar?' Ik voel mijn positie als alwetende vogelaar verschuiven, of liever: afglijden. 'Tja', zegt de man, 'dat is een kwestie van geduld'. 'Hoe schoon' zegt ze bewonderend. 'En kijk eens: dit is de catch van de dag'. Hij toont ons op het venstertje een klein vogeltje op de top van een conifeer. 'Dat is een Siberische tjiftjaf'. Hij zoomt in en plots merk ik het: dat is geen Siberische tjiftjaf. En in een opwelling van betweterij moet ik het gewoon zeggen: 'meneer, dat is een heggenmus'. 'Nee, hoor', zegt hij, 'ik heb hem gedetermineerd met mijn gids, overduidelijk Siberische tjiftjaf'.
Kijk, er is niks tegen het fotograferen van een alledaags tuinvogeltje als een heggenmus, integendeel, maar het wordt natuurlijk een pak moeilijker een fout toe te geven wanneer je jezelf profileert als de Crocodile Dundee van de Lage Landen.
'Wat doet het er ook toe' zegt mijn vriendin die de wrevel bij ons opmerkt. Het irriteert mij maar ik merk dat ik het beter loslaat, langs de andere kant is het een kans om voor de eerste keer in de geschiedenis van de ornithologie ruzie te maken over een heggenmus. Maar ik rond het gesprek af, zeg beleefd bedankt en zet mijn wandeling verder.
'Het was een heggenmus', zeg ik tegen mijn vriendin. 'Kleuter', zegt ze.
Begijn Le Bleu
Beluister de column van Begijn Le Bleu in 'De toestand is hopeloos, maar niet ernstig':
Lees ook:
"Als je de muren weghaalt, zouden ze daar staan zoals duikers vlak voor hun sprong"
"Ik kijk naar sportprogramma's in de hoop dat die ‘grinta’ (wat een horrorwoord toch) een beetje overslaat op mezelf"
"Ik hoor u al denken, dat is links en progressief gezwets. Nee!"
"Om een vogel te begrijpen, moet je hem worden"