"Jongeren zijn niet narcistischer dan hun volwassen soortgenoten"
di 29 okt. - 10:41
Vrijdagavond, 22.00. Ik zit op een hogesnelheidstrein met vertraging richting het thuisfront en heb er twee dagen Frankfurter Buchmesse opzitten. De kinderen die avond zien zal er niet meer inzitten. We bellen even. ‘En heb je een cadeautje mee voor mij?’, vraagt een van de 11-jarige dochters met haar hoge, enthousiaste meisjesstem. Wat daarvoor dan de reden zou zijn, is mijn antwoord. ‘Omdat ik leuk ben’, klinkt het overtuigd.
De dochters zijn ‘Instagrammers’ en leuk bevonden worden staat daarin schijnbaar centraal. Ze bespreken aan de ontbijttafel al eens het aantal likes, maar vooral ook van wie die reacties komen. Welke vriendin om welke reden dingen al dan niet liket, het houdt hen bezig.
Nu lees ik wel eens stukken over het sociale mediagebruik bij jongeren en wat voor impact dat heeft op hoe ze zich voelen, zich aan de wereld tonen. Niet zelden zijn het onheilstijdingen waarin ‘te veel’ de hoofdtoon voert.
Ook zouden al die online netwerken de narcissus in ons voeden. We etaleren een perfect bestaan en pretenderen het helemaal in ons eentje gerealiseerd te hebben. Egocentrische prinsen en prinsessen zijn we geworden, op zoek naar de zoveelste bevestiging om ons kwetsbaar ego te stutten. Het is een populaire stelling onder cultuurpessimisten. De smartphone als de snelle route richting zelfbevrediging, weg van de andere.
Ik kijk daar sinds enige tijd fundamenteel anders naar, met dank aan de jonge generatie onder mijn dak.
Ja, we zitten vaak en lang op sociale media en ja, jongeren zijn het vatbaarst voor afhankelijkheid. Net dat laatste toont voor mij aan wat onder het gedrag, het sociaal mediagebruik, altijd weer als behoefte leeft.
Jongeren zijn immers niet narcistischer dan hun volwassen soortgenoten, maar hechten meer dan op welke leeftijd ook belang aan ‘erbij horen’, aan deel uitmaken van de groep.
Hun drijfveer is dus vooral sociaal, niet narcistisch van aard
Hun drijfveer is dus vooral sociaal, niet narcistisch van aard. Likes scoren gaat dan niet over een instant bevestiging van het uitvergrote ik op het Facebookpodium. Het gaat over de duim van de andere, deel van de hand van de andere met wie we even, kortstondig connectie ervaren. Ook online worden we toch ook weer gestuurd door onze evolutionaire, diepgewortelde behoefte aan verbondenheid.
Zo hertaalde ik eveneens de vraag naar het cadeautje van mijn dochter. Veel meer dan oppervlakkig consumentisme, zit er een wezenlijke vraag naar verbinding onder. Heb je aan mij gedacht? En ‘omdat ik leuk ben’ is dan vooral een bevestiging van onze mama-dochterband.
Ik had een cadeautje mee, om al de juiste redenen.
De Buchmesse hielp eveneens. Miljoenen boeken, duizenden bezoekers die kennis willen maken met wat de andere denkt, voelt, ervaart, beleeft. Deze week is het ook in Antwerpen opnieuw zover. Overal waar mensen samenkomen, on- of offline, doen ze dat om zichzelf en de andere te begrijpen, om troost te vinden, zich erkend en herkend te voelen, om mens te zijn.
Leuk vind ik dat.