De boshut
Lize Spit: “Wanneer ik aan een boek aan het werken ben, zijn mijn hersenen non-stop aan het werk.”
za 31 jul. - 11:02
Herbeluister deze uitzending:
Lize Spit bracht na haar gelauwerde debuutroman 'Het smelt' vorig jaar haar tweede roman 'Ik ben er niet' uit. In ‘Het smelt’ beschrijft Lize plaatsen die ze kent uit haar kindertijd, samen met verzonnen plaatsen. Zo beschrijft ze ook ‘de put’, een plaats waar ze als kind ging zwemmen, waarrond een bosje gegroeid was. “Als kind ging er spelen of voor school blaadjes verzamelen. Ik kwam er onlangs terug en toen leek het veel kleiner dan ik mij herinnerde, een groot uitgevallen struikgewas eigenlijk.”
Het creatieve proces van een schrijver
Lize mag drie voorwerpen meenemen naar de boshut, waar ze niet zonder kan. Iets wat ze bijna dagelijks gebruikt en dus echt niet kan missen is haar schriftje: “Dit zijn mijn hersens op papier. Als je in het schriftje zou kijken, weet je heel goed wat er nu in mijn leven speelt. Het vormt een houvast. Het is een buitenverblijfje voor mijn hersenen, waarin ik dingen kan opschrijven die ik moet onthouden.” Lize beantwoordt misschien ook wel aan het clichébeeld van de schrijver van wie het creatieve proces nooit stopt: “Vaak lig ik te slapen, en dan heb ik opeens een idee, dat schrijf ik het op en stuur ik ook een mailtje naar mezelf om zeker te zijn dat ik weet dat ik het opgeschreven. Wanneer ik aan een boek aan het werken ben, zijn mijn hersenen non-stop aan het werk. Ik vergelijk het met een suikerspinmachine die maar blijft draaien, maar waar je geen stokje meer in steekt om de suikerspin rond te wikkelen.”
Boswachter Eddy brengt een speciale vondst uit het bos mee voor Lize
Boswachter Eddy Ulenaers heeft een grote zak meegenomen en trekt beschermende handschoenen aan om een wel erg bijzondere vondst uit het bos te tonen aan Lize. Ze mag raden wat het is. “Braakballen van een uil? Drolletjes van een hert of een vos?" Boswachter Eddy: "Er zitten haren in van een dier, het is dus een vleeseter. Het zijn de uitwerpselen van een wolf.” Eddy spoort de uitwerpselen op om onderzoek te kunnen doen naar de wolven in het Pijnven. “Zo kunnen we weten wat het dieet is van de wolf en kunnen we hen ook traceren. Om de uitwerpselen te vinden, hebben we speurhonden opgeleid.”
Dat de wolven een enorm grote rol spelen in Eddy’s leven is wel duidelijk. Al sinds het begin van de komst van de wolf naar het Pijnven houdt Eddy een wolvendagboekje bij. Daarin schrijft hij sinds 2018 al zijn bevindingen en persoonlijke ervaringen neer over wat hij meemaakt met de wolven. “Ik zou graag mijn boekje wel eens willen uitwerken tot een echt boek, ik kan zelf niet goed schrijven dus iemand mag me daarbij helpen.” Alle mogelijke ghostwriters met een voorliefde voor wolven mogen zich dus melden.